Jeroen Sytsma: ‘Geen doemdenkers, maar doendenkers’

doemdenkers

‘De Bijbel staat vol verhalen over doendenkers, niet doemdenkers’ … Zoeken naar gerechtigheid, en daar concreet handen en voeten aan geven is soms misschien een moeilijke, maar toch een Bijbelse opdracht. Deze overdenking, ter voorbereiding op de Micha Zondag 2023 en gebaseerd op een preek van Jeroen Sytsma (predikant van de Koningskerk in Zwolle), gaat over een tekst die velen geïnspireerd heeft om zich in te zetten voor deze Bijbelse opdracht, namelijk Jeremia 29:7.

Bidden voor Babel

Jeremia 29:4-7: ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, tegen de ballingen die hij vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten voeren: Bouw huizen en ga daarin wonen, leg tuinen aan en eet van de opbrengst, ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters, zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.’

Bid voor de stad, en zet je in voor haar bloei. De Israëlieten in ballingschap hoorden deze woorden het eerst. Was het ook voor hen een inspirerende tekst? Nou, dat valt nog te bezien … Het is ± 600 voor Christus. Het volk Israël heeft lang en zwaar gezondigd. De profeten zwijgen. Gods geduld is op. Hij straft het volk Israël zwaar. Ze moeten in ballingschap naar Babel, duizenden kilometers van huis.

Maar daar dienen zich meteen zelfbenoemde profeten aan. Ze zeggen: ‘Nog even en we gaan weer terug naar Israël.’ Dan schrijft de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem en namens God een brief aan de ballingen. De kern van die brief is: mensen, jullie gaan niet snel weer terug. Sterker nog: pas na 70 jaar! Dat betekent dus dat niemand van de brieflezers zelf de terugkeer naar Israël zal meemaken. Wat een slecht nieuws.

De Israëlische ballingen krijgen via de brief van Jeremia twee opdrachten: 1) Bouw zelf een goed leven op met huizen, tuinen, gezinnen. En 2) Zoek dat goede leven in de stad waar je woont. Inspirerende opdrachten? Voor de Israëlieten was het eerder een schokkende tekst. Bidden voor Babel, bidden voor de verwoester van de tempel, een leven opbouwen in een vreemd land. Het moet geklonken hebben als landverraad en godslastering.

Nieuwe toekomst

Maar dat was het niet! Want in die brief staat ook vers 11. God zegt: ‘Ik heb jullie geluk voor ogen, ik zal jullie een hoopvolle toekomst geven.’ De ballingschap is onderdeel van Gods toekomstplan met Israël. Dwars door het lijden van de ballingschap heen bouwt Hij aan een nieuwe toekomst voor Israël. God wil dus dat de Israëlieten zelf weer aan het bouwen slaan.

Israël leefde als Gods volk te midden van mensen die met die God niks te maken wilden hebben. Daarin lijkt Israël in ballingschap op de positie van de kerk in deze wereld. ‘Ballingschap’ betekent dat we ‘vreemdelingen’ zijn. Wij hebben hier op aarde ‘geen blijvende stad’ (kijk maar in Hebreeën 13:14) maar ons thuis is de nieuwe aarde. Ook voor ons is er een toekomstig land, waar we alleen nog van kunnen dromen en om kunnen bidden: Laat uw Koninkrijk komen.

Aardse roeping

Maar net als bij de Israëlieten zegt God niet tegen ons: ‘Trek je van deze aarde dus maar niks meer aan.’ Integendeel, Jezus geeft de opdracht het goede nieuws wereldwijd te verkondigen. Zijn volgelingen moeten het verkondigen aan de hele schepping.

Het Nieuwe Testament geeft veel aandacht aan relaties, gerechtigheid en de strijd tegen armoede. Onze roeping als christenen in de wereld is een hele nuchtere, aardse roeping. We mogen goede werknemers en goede buren te zijn. We mogen onze naasten liefhebben als onszelf door om te kijken naar mensen die kwetsbaar zijn, gemarginaliseerd zijn, in armoede leven.

Door op te komen voor mensen die niet gehoord of gezien worden. Door – misschien tegen beter weten in – te blijven werken aan een wereld vol vrede en recht. Door doendenkers te zijn in plaats van doemdenkers.

‘Wij zijn geen doemdenkers, maar doendenkers.’

Geen doemdenkers

We denken niet: ‘Deze wereld gaat toch verloren, deze schepping is toch al naar de knoppen, alle hulp is toch maar een druppel op de gloeiende plaat’.

Nee, wij denken na over wat het betekent om Jezus te volgen, over wie we zijn en wat we te geven hebben. En dan dóén: gevouwen handen én handen uit de mouwen, voor deze wereld. Voor onze omgeving. Voor onze stad.

Vreemdelingschap

Jeremia zegt namens God tegen de ballingen: ‘Bouw huizen, leg tuinen aan, ga huwelijken aan en krijg kinderen.’ Wat valt je op aan die opdracht? Het is een eenvoudige, nuchtere, gewone opdracht. Gewoon doen wat je als mens graag doet: wonen, eten, trouwen. Opvallend is dat! God werkt aan de toekomst van zijn volk. En wat moet dat volk doen? Gewoon leven.

Een heilige toekomst, een goddelijke toekomst. En zo krijgt het gewone leven goddelijke betekenis. Zo worden het bouwen van huizen, het aanleggen  van tuinen en het krijgen van kinderen heilige gebeurtenissen. De Franse priester Pierre Teilhard De Chardin bracht dit prachtig onder woorden: ‘De waarde van het leven ligt niet in het doen van opmerkelijke dingen, maar in het doen van gewone dingen en daarbij oog hebben voor hun enorme waarde.’

Al die ‘gewone dingen van het leven die zo gewoon niet zijn’, zorgen ervoor dat je verbonden raakt met de plek waar je woont. Je gaat wortelen. En dat helpt je te ontdekken wie jij zelf bent. Want wie je bent, is nauw verbonden met de plek waar je leeft. Wortelen, aarden, verknocht raken aan een plek: dank God als je die gelegenheid hebt! Of die ervaring.

Want miljoenen mensen in deze wereld lukt dat niet meer. Ze zijn op de vlucht voor geweld of oprukkende woestijnen, door de klimaatcrisis. Er zijn steeds meer plekken die veranderen in plaatsen zonder hoop. Kunnen wortelen is een geschenk.

Kunnen wortelen is een geschenk.

Laten we dus dankbaar zijn voor de gelegenheid die we – dankzij vrijheid en vrede en welvaart – hebben om te wortelen op de plek waar we nu wonen. En laten we ons daarbij realiseren dat er is ook een grote behoefte is aan mensen die toegewijd zijn aan de plek waar God hen geplaatst heeft. Diep gewortelde mensen houden het weefsel van een gemeenschap bijeen. Laten we daar dankbaar voor zijn en laten we ons daarvoor inzetten.

En laten we daarnaast omzien naar mensen wereldwijd die tegen wil en dank ontworteld zijn, omdat ze van thuis moesten vluchten. Niet alleen is het heel pijnlijk om je thuisland te moeten verlaten. Het is ook heel moeilijk om een nieuw land te leren kennen, met haar taal en haar gebruiken en haar cultuur en soms ook haar angst of weerstand jegens vreemdelingen.

Bouw huizen, leg tuinen aan … Gunnen we de ‘ballingen’, oftewel vreemdelingen, uit andere landen de kans om hier in Nederland een leven op te bouwen? Te wortelen, zoals ook wijzelf mogen wortelen? Zich in te zetten voor de bloei van de plek waar God hen nu naartoe heeft gebracht? Dat is de vraag waar we deze overdenking graag mee afsluiten.

Lees meer over wat we kunnen betekenen voor vluchtelingen.

Gerelateerd