Wat kunnen wij leren van inheemse volken? 3 levenslessen

inheemse volken

Inheemse volken overal ter wereld vormden duizenden jaren lang hoogontwikkelde beschavingen die in vele opzichten gezonder waren dan die van ons. We moeten ons realiseren dat we nog zo veel van deze volken kunnen leren. In dit artikel delen we graag drie inspirerende levenslessen met je.

Wil je meer lezen over de levenshouding van inheemse volken? Koop van Scheppings(t)rouw. Een zoektocht naar doorleefde hoop van Lysanne van de Kamp.

1. Heb oog voor het land

We moeten beginnen met datgene waarmee inheemse volken zelf ook beginnen: het land. Misschien niet een thema waar wij als eerste aan zouden denken, maar dat heeft ermee te maken dat land in onze westerse cultuur compleet ondergeschikt is aan ons materialisme, onze efficiëntie en ons gevoel van concurrentie.

In Nederland zijn wij taak- en prestatiegericht. Het gaat ons om de resultaten die we binnen een bepaalde tijd willen behalen. Hierbij verdwijnt het hier-en-nu doordat we constant activiteiten aan het organiseren zijn of onderweg zijn naar afspraken, die vrijwel altijd draaien om een bepaald resultaat in plaats van om de (relatie met de) plek. Het land waarop onze activiteiten plaatsvinden, doet er in onze cultuur nauwelijks toe.

Inheemse volken daarentegen zijn relatiegericht: het draait om de onderlinge harmonie. Niet alleen de relaties tussen de mensen onderling zijn belangrijk, maar ook juist de relatie met het land en de gehele gemeenschap van schepselen die daar leeft. En met de Schepper zelf. Ze beschouwen het land als levend en heilig. Tijd en resultaat zijn dus op ieder moment ondergeschikt aan plaats en relatie.

En wat zegt de Bijbel hier dan over? Nou, ‘land’ is een thema dat in de Bijbel zeer vaak voorkomt, maar in westerse landen vaak onderbelicht blijft. Net als de volkeren in de tijd van de Bijbel kennen inheemse volkeren allerlei ‘heilige plekken’ in hun land – plaatsen waar bijvoorbeeld een verbond is gesloten met de Schepper, plaatsen waar genezingen, dromen en wonderen hebben plaatsgevonden en plaatsen voor ceremonies en tradities. Doordat generaties eeuwenlang op dezelfde plekken woonden, worden vele plekken als bijzonder ervaren – als plekken waar je met eerbied mee hoort om te gaan. Heilige plekken. Heilig land. Land waartoe je als volk behoort. Waar je samen geworteld bent.

Wortelen betekent: een relatie aangaan; je verbinden aan een plek. Jesaja heeft het zelfs over een huwelijk: Men noemt je niet langer ‘Verlatene’ en je land niet langer ‘Troosteloos oord’ (Jesaja 62:4). Maar je zult heten ‘Mijn verlangen’ en je land ‘Gehuwde’. Uit deze metafoor van het huwelijk blijkt de diepe liefde voor en toewijding van mensen aan het land.

2. Waardeer diversiteit

Inheemse volken waarderen diversiteit, omdat ze weten dat we elkaar juist versterken wanneer we van elkaar verschillen. Volgens de inheems-Amerikaanse Randy S. Woodley leidt diversiteit tot eenheid (‘unity’). In de westerse cultuur is er echter sprake van eenzijdigheid (‘uniformity’). Hierbij bepaalt één dominante groep wat de norm is.

Wat er dan gebeurt, is dat ‘afwijkende mensen’ al snel gemarginaliseerd raken, waardoor de kloof qua macht, rijkdom en welvaart groeit en groepen mensen in armoede en andere kwetsbare omstandigheden belanden. In Nederland kun je dan denken aan vrouwen in een mannelijke werkomgeving, aan mensen van kleur in een witte woonwijk of aan lhbt+’ers, sekswerkers, drugsgebruikers, mensen die dakloos zijn, mensen die hoog- of laagbegaafd zijn en mensen met autisme of een andere ‘stoornis’.

Joris Luyendijk was in 2022 – met zijn boek De zeven vinkjes – de eerste die deze problematiek in Nederland écht bespreekbaar maakte. Hij beschrijft zeven kenmerken (‘vinkjes’) die in onze samenleving als de norm gezien worden, namelijk: man, wit, hetero, vwo, universiteit, minstens één ouder die in Nederland is geboren en minstens één hoogopgeleide of vermogende ouder. Mensen met minder vinkjes hebben vaker te maken met ongelijke kansen en een ongelijke behandeling.

Ironisch genoeg hadden we er een ‘zevenvinker’ voor nodig om deze thematiek op de kaart te zetten. Vele andere mensen (met minder vinkjes) waren Luyendijk al voorgegaan in hun pogingen om ongelijkheid aan de kaak te stellen, bijvoorbeeld via termen als ‘intersectionaliteit’, ‘feminisme’ en ‘patriarchale onderdrukking’. Maar ja, zij hadden niet genoeg vinkjes om gehoord te worden door het grote publiek.

Wat kunnen we doen om meer diversiteit meer te waarderen? Maak ruimte voor meer diversiteit. Lees de boeken van mensen met minder vinkjes; vraag hen als spreker, vraag naar hun ideeën en ervaringen. En voorkom monoculturen. We zijn gewend aan monoculturen in vrijwel elke sector. In de landbouw zijn we bijvoorbeeld gewend om één gewas per perceel te verbouwen, terwijl de bodem hierdoor verarmd raakt en het gewassen vatbaarder maakt voor ziektes. In ons onderwijs laten we kinderen dezelfde vakken volgen, terwijl ze unieke interesses, gaven en talenten hebben. Zouden deze plekken er niet beter van worden als er meer ruimte is voor diversiteit?

3. Leef nederig

Hoogleraar Norman Wirzba schrijft in This Sacred Life: ‘Duizenden jaren lang hebben de meeste mensen geweten van hun kleinheid, zwakte en onwetendheid ten opzichte van de immense krachten van de natuurlijke wereld. Zelfs degenen die een zekere mate van grootsheid voor de mensheid claimden door hen aan de top van de aardse hiërarchie te plaatsen, begrepen niettemin dat mensen niet de scheppers of de meesters van het leven waren, maar de behoeftige ontvangers ervan. Ze waren zich ervan bewust dat de menselijke macht minuscuul was vergeleken met de krachten van het weer, aardbevingen en ziekten.’

Maar nu leven we in het ‘antropoceen’: het tijdperk dat vernoemd is naar de mens. In dit tijdperk geloven we dat wij mensen het potentieel hebben om ons te ontworstelen aan onze afhankelijkheid van de natuurlijke wereld. We willen geen samen-leving meer zijn in en met de schepping, maar onze medeschepselen aan ons onderwerpen.

Wirzba stelt dat deze houding een diepe ontevredenheid laat zien met de wereld en met het leven dat we hebben gekregen. Eigenlijk zeggen we hiermee tegen God: ‘Wij weten het beter. Wij gaan de wereld herscheppen en inrichten op een manier die onswél bevalt.’ Kennen we als mens dan nog onze plek?

Het moge duidelijk zijn dat inheemse volken veel beter hebben begrepen hoe nederig te zijn. Hun streven naar harmonie, met als doel de schepping in evenwicht te houden, vraagt om een hoop nederigheid. Het vraagt erom dat mensen zichzelf niet boven en buiten de schepping plaatsen én ook onderling niet boven en buiten elkaar. Het vraagt erom dat de gemeenschap belangrijker is dan het individu. Het vraagt erom dat de onderlinge relaties belangrijker zijn dan de resultaten. En dat we onszelf niet zien als heersers, maar als bewaarders.

Nederigheid is vaker niet dan wel een bewuste keuze. Het zit in de vanzelfsprekendheid waarmee we een ander behandelen, zowel in positieve als in negatieve zin. De mate waarin we nederig zijn, verraadt veel over hoe we onszelf zien ten opzichte van de ander (elke ander: God, mens, dier, schepping).

Het is niet nederig als het voor ons vanzelfsprekend is dat een ander iets niet heeft wat we zelf wél hebben. Zo is het niet nederig als we voedsel verspillen, terwijl medemensen honger hebben. Of als we een spaarrekening hebben, terwijl medemensen niet kunnen rondkomen. Richting de schepping is het niet nederig als we ons pas druk maken om biodiversiteitsverlies of milieuvervuiling op het moment dat we beseffen dat wij er last van krijgen – daaruit blijkt de overtuiging dat onze medeschepselen niet waardevol in zichzelf zijn, maar alleen waardevol wanneer ze tot nut zijn voor ons.

Richting God is het niet nederig om de grenzen die Hij heeft gesteld te forceren. Dit geldt zowel voor het overschrijden van de capaciteiten van de schepping – de zogeheten ‘planetaire grenzen’ – als voor het overschrijden van onze eigen capaciteiten. Het feit dat veel mensen in ons land met burn-outklachten rondlopen, laat iets zien van hoe we onze eigen capaciteiten forceren. Misschien is het dus ook als een gebrek aan nederigheid als we onszelf niet één rustdag in de week gunnen?

inheemse volken

Wil je meer lezen over de levenshouding van inheemse volken? Koop van Scheppings(t)rouw. Een zoektocht naar doorleefde hoop van Lysanne van de Kamp.

Gerelateerd