Drie redenen om géén aandacht te besteden aan ons slavernijverleden

‘Ik ben geen racist, ik zie de relevantie niet om het hierover te hebben.’ Het is één van de drie gebruikelijke reacties als iemand aandacht vraagt voor de doorwerking van het Nederlandse slavernijverleden. De andere twee zijn: ‘De overheid heeft toch al excuses gemaakt; er is al zo veel aandacht voor geweest. Is het nou nog niet genoeg?’ En: ‘Ik maak me liever druk om moderne slavernij.’ Het waren eerlijk gezegd ook mijn eerste drie gedachten toen een collega voorstelde er een project aan te wijden.

Deze column van Lysanne van de Kamp stond op 13 april 2023 in het Nederlands Dagblad. 

Nauwelijks twee maanden later zijn mijn gedachten 180 graden omgedraaid. Daar waren maar drie dingen voor nodig. 

1) Een veelkleurige samenkomst met mensen van kleur én witte mensen. 

2) Een gesprek waarin de witte mensen voornamelijk luisteren, zodat zij leren begrijpen waarom het onderwerp belangrijk is en wat er nodig is. 

3) Een gezamenlijke intentie om verbinding met elkaar te zoeken. Luisteren met een houding om te begrijpen in plaats van een houding om te reageren.

Praten we met of óver mensen?

slavernijverleden

Het valt me de laatste tijd op hoe vaak er óver groepen mensen gepraat wordt. Zo was er een groepsgesprek met grotendeels veertigplussers over ‘twintigers betrekken bij de kerk’. Tja. Dan krijg je dus een groepje ganzen die loopvogels willen helpen om de zee over te steken. Ze zijn het al gauw met elkaar eens: ja, vliegend, dat is toch het snelst. 

Een zinvol antwoord vind je alleen in het gesprek mét de mensen om wie het gaat. En de vraagstelling is cruciaal. Vraag niet aan twintigers: ‘Hoe kunnen we jou betrekken bij de kerk?’ Want – ik spreek uit ervaring én ik heb het gedubbelcheckt – twintigers hebben geen behoefte aan oudere generaties die proberen hen erbij te betrekken. Twintigers zijn volwassen genoeg om zelf te bedenken hoe ze hun christen-zijn willen vormgeven. En met wie. En op welke plek. De kerk is niet het doel, maar een manier. Er zijn ook andere manieren.

‘Twintigers zijn volwassen genoeg om zelf te bedenken hoe ze hun christen-zijn willen vormgeven.’

Bubbels

Toen ik twintiger was fungeerde een christelijke studentenvereniging als mijn kerk. Een geweldige tijd. Ik groeide in geloof en voelde me verbonden met een christelijke gemeenschap. Het was goed, maar eenzijdig, want iedereen was zoals ik. In onze christelijke studentenbubbel ging alles op de christelijke-studenten-manier (ik moet er nu niet meer aan denken). 

Bestaan onze kerken niet ook uit dit soort bubbels met gelijkgezinde en gelijkvormige medemensen? In een hervormde kerk met grotendeels witte vijftigplussers gaat alles op de hervormd-witte-vijftigplus-manier. Zo’n kerk kan wel zeggen dat iedereen welkom is, maar er is te weinig diversiteit voor mensen met een andere leeftijd, kleur of theologische overtuiging om zich thuis te voelen (mij niet gezien).

Hoe divers zijn onze leiderschapsteams en wie staat er op zondag op de preekstoel? Als het altijd dezelfde leeftijdsgroep, kleur en gewoontes zijn die de koers bepalen en de wijsheid in pacht denken te hebben, is het dan niet begrijpelijk dat andersdenkende mensen afhaken?

Luisteren om te begrijpen

Het zou goed zijn als we wat vaker het podium geven aan mensen van een andere leeftijd, kleur, stijl en achtergrond. Mensen die andere thema’s op tafel leggen, omdat het voor hen wél relevant is. Al is het maar om naar elkaar te leren luisteren. Luisteren om te begrijpen. Want ook al zijn we mensen met verschillende kleuren, smaken, overtuigingen, leeftijden, karakters, roepingen, gaven en talenten, zijn we niet samen één lichaam? 

‘Ook al zijn we mensen met verschillende kleuren, smaken, overtuigingen, leeftijden, karakters, roepingen, gaven en talenten, zijn we niet samen één lichaam?’

Download ons kerkenpakket over de doorwerking van het slavernijverleden

Gerelateerd