Deze column van Lysanne van de Kamp over Jacques Ellul verscheen op 7 juni 2024 in het Nederlands Dagblad.
Mijn man las wat krantenkoppen voor. Sommige waargebeurd, sommige verzon hij zelf. Ik moest raden welke waargebeurd waren. Vanwege onze vakantie had ik twee weken het nieuws niet gevolgd. Ik was benieuwd wat ik had gemist. ‘Nederlanders willen geen Nexit.’ Dat is waar, raadde ik en het klopte.
‘Er is een motie aangenomen in de Tweede Kamer om middelen met glyfosaat zo veel mogelijk van de markt halen totdat bewezen is dat ze geen risico vormen voor de gezondheid.’ ‘Flauw zeg, om me blij te maken met een dode mus. Dit kan niet waar zijn.’ Het was toch waar. ‘Noord-Korea stuurt geen poepballonnen meer de grens over.’ Haha! Dit bedenk je niet zelf, dus het is waar? Het was waar. Na iets van vijftien nieuwtjes vonden we het mooi geweest.
De camping waar we de afgelopen twee weken verbleven, was een wifi-loze camping. ‘Gun jezelf zo min mogelijk schermtijd’, stond er in een van hun folders. Op vakantie gun ik mezelf dat zeker, maar ik weet ook hoe lastig het is de telefoon daadwerkelijk weg te leggen. Daarom had ik voor vertrek al de nodige maatregelen getroffen, door apps te verwijderen of de wachtwoorden ervan te veranderen, zodat ik tijdens de vakantie niet kon inloggen.
Jacques Ellul
Omdat we naar Frankrijk gingen, vond ik het een leuk idee om iets te lezen van een Franse schrijver. Vorig jaar had ik een boekje cadeau gekregen van de socioloog en theoloog Jacques Ellul (‘Staan in de wereld van nu’), dus die mocht mee. Volgens Ellul is er een strijd gaande tussen deze wereld en het koninkrijk van God. In de wereld denken we enkel binnen het domein van de materiële wereld. Dit leidt tot het ontkennen van de geestelijke wereld: geestelijke machten, ons geloof en geloofsleven, onze intuïtie, enzovoorts.
Ellul wijst christenen erop dat zij niet tegenover de materiële krachten van de wereld staan, maar tegenover haar geestelijke werkelijkheid. Hiervan moeten we ons bewust zijn, en het zou consequenties moeten hebben voor onze levensstijl; voor onze omgang met (nep)nieuws, propaganda en reclames. Ook moeten ons wij niet bezighouden met het bereiken van doelen of met efficiëntie, maar we moeten simpelweg mensen zijn die leven zoals God het voor ogen heeft.
Het door God gewilde doel
We hoeven dus niet te zwoegen om gerechtigheid op aarde te laten heersen door ons te bekommeren om ‘de Mens’ (dat wil zeggen: de abstracte mensheid), maar we moeten zelf rechtvaardig zijn in ons dagelijkse leven. Kortom, niet uitzoomen totdat de doelen abstract worden en de middelen krachteloos, maar met onze eigen levensstijl ervoor zorgen dat ‘het door God gewilde doel present is onder de mensen’.
Jacques Ellul schreef dit allemaal in 1948, maar 76 jaar later is zijn betoog niet minder actueel. Het verslaafde gedrag dat ik tijdens het lezen van zijn boek vertoonde rondom mijn smartphone was confronterend. Waarom bleef ik die erbij pakken (zonder dat ik er iets mee kon)? Waarom had ik steeds het idee dat ik iets miste? Het enige wat ik uiteindelijk heb gemist is de – in de woorden van Ellul – stortvloed aan vluchtige schijnvoorstellingen die ten koste gaan van het opmerken van de concrete ervaringen in ons dagelijkse leven.
Tijdens de vakantie wandelden we op het tempo van onze driejarige peuter door de beboste berglandschappen. Vanwege zijn obsessie voor kleine beestjes stonden we elke paar stappen stil om te kijken naar insecten, kikkervisjes, vogels, muizen, paddenstoelen, watervallen of stenen. Soms staarde ik een half uur lang naar enkele vierkante centimeters. Juist deze aandacht voor het kleine lijkt me belangrijker dan welke actualiteit dan ook. Maar ach, dat is mijn intuïtie maar.