Godwin Arhin over racisme: ‘Christenen kunnen een voorbeeld van eenheid zijn’

Godwin Arhin

Godwin Arhin is jeugdleider, gezinshuisouder, spreker en nog veel meer. Hij is van Ghanese afkomst, maar is in Nederland opgegroeid. Ik interviewde hem over het belang van het thema racisme binnen de kerk. Is dat nu echt zo’n probleem in ons land? Of, misschien een betere vraag: zijn wij ons als christenen niet al bewust genoeg van het belang van onvoorwaardelijke naastenliefde?

Geschreven door Luisa Kop

Naastenliefde

Energiek, oprecht en toegewijd aan de Heer: dat zijn de woorden die in me opkomen als ik met Godwin Arhin spreek. Hij heeft het druk, maar een belafspraak is zó gemaakt. Deze man raffelt niets af en spreekt met een kwetsbare openheid die het hart raakt.

Godwin groeide op in de Bijlmer. Hij woonde samen met zijn twee neven bij zijn oma, die keihard werkte om de jongens te geven wat ze nodig hadden. Breed hadden ze het zeker niet. ‘Ik herinner me hoe blij ik was toen ik mijn eerste pizza kocht, dat ik die alleen op mocht eten’, herinnert Godwin zich met een glimlach.

Als kind was hij nergens echt goed in op school. Hij werd gepest vanwege zijn donkere huidskleur, ook door andere donkere jongens, en ontwikkelde door die combinatie van dingen een minderwaardigheidscomplex. Ondanks zijn ingewikkelde jeugd omschrijft Godwin zichzelf als een vrolijk kind.

Zijn oma’s mentaliteit is cruciaal voor hoe hij nu in het leven staat. ‘Eén van oma’s kernwaarden was echt naastenliefde. Ze heeft me altijd geleerd mijn naaste lief te hebben als mezelf. Dat is ook één van de redenen waarom ik vandaag doe wat ik doe.’

Eenheid herstellen

‘Ik had ooit een droom van een huis vol tieners. Ik voelde dat God zei: dit is wat je gaat doen.’ Die droom markeerde het begin van een pad dat zou leiden naar waar Godwin nu is. Gaandeweg ontdekte hij zijn passie voor tieners en bleek dat daar ook een enorm talent lag. Hoewel hij als het ware in zijn roeping is gerold, heeft hij zeker met worstelingen te maken gehad op het gebied van discriminatie.

‘Hoewel 90 procent van de Nederlanders en Nederlandse bedrijven zegt iedereen te verwelkomen, blijkt die openheid in de praktijk niet altijd zo vanzelfsprekend. Ik heb vier witte Nederlandse pleegkinderen. Het is vaak gebeurd dat mensen mijn pleegzoon aanspraken als ik met hem over straat liep. Ze vroegen hem dan of hij alleen was en waar zijn ouders waren. Ik vermoed dat veel van dat soort opmerkingen helemaal niet verkeerd bedoeld zijn. Men weet vaak niet beter, of voelt zich soms adequaat om bepaalde dingen te mogen zeggen.’

Waarom discrimineren we überhaupt? Dat heeft volgens Godwin Arhin vooral te maken met het slavernijverleden en de hiërarchie die toen gevormd is. ‘Dat heeft volgens mij een breuk gebracht in de mooie eenheid die er misschien wel geweest is. Het is mijn hoop, en misschien wel mijn doel in het leven, om een stukje van die eenheid te kunnen herstellen. Ik denk dat we terug moeten naar die eerste twee geboden die Jezus ons heeft gegeven: heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.’

Dat liefhebben van je naaste houdt volgens Godwin ook in dat je soms veel van jezelf aan de kant moet zetten. Zodat je de ander kan leren kennen, begrijpen en daarin liefhebben.

Pas de leiding aan

Het is lastig als niet iedereen het belang voelt om iets te doen aan het herstellen van die eenheid. Daarom vroeg ik Godwin of hij wel eens heeft meegemaakt dat iemand hierin een veranderingsproces onderging.

Godwin: ‘Eén van onze pleegkinderen gaat elk jaar Sinterklaas vieren met zijn vader. Hij werd daar in het begin elke keer pikzwart geschminkt en kwam ’s avonds ook zo thuis. Ik heb zijn vader toen rustig uitgelegd dat dat kwetsend voor ons is en dat ik thuis ook een jongen van kleur heb. Hoe moest die zich dan voelen?’

Er waren enkele gesprekken nodig voordat de vader van Godwins pleegzoon begrip kreeg voor Godwins standpunt en gevoel, maar uiteindelijk paste hij zijn houding aan. Godwin benadrukt zelf het belang van liefdevol het gesprek aangaan. ‘Als ik heel boos was geworden, was het waarschijnlijk anders afgelopen.’

Op de vraag hoe Godwin het thema discriminatie linkt aan zijn persoonlijke geloof, haalt hij de Bijbel aan. Kijken we naar de tijd van Jezus, dan zien we dat er ook toen veel discriminatie was ten opzichte van bijvoorbeeld de Samaritanen. Maar ook de zondaars, de tollenaars, de mensen die door de rest werden genegeerd. En juist naar hen ging Jezus toe.

In de brieven van Paulus ontdekt Godwin de perfecte oplossing voor situaties waarin onderlinge ongelijkheid en ruzie ontstaan: ‘Er werd van elke bevolkingsgroep een vertegenwoordiger in de leiding geplaatst. Als christelijke organisaties me dus vragen hoe ze kunnen veranderen, dan vraag ik: hoe ziet het bestuursorgaan eruit? Door te zorgen dat iedereen vertegenwoordigd is, kun je al veel doen.’

Zelf is Godwin Arhin ook actief op dit gebied: hij is werkzaam als spreker in het netwerk Intercultural Church Plants (ICP Network). Daarmee ontwikkelde hij ook de cursus Meer kleur in de kerk, die christenen helpt om meer inzicht in het thema te krijgen en verbinding te creëren. Door ook te spreken op plekken waar mensen het niet verwachten, hoopt hij zaadjes te planten. ‘Als christenen kunnen we het voorbeeld geven van hoe het beter kan; dat kan dan weer doorvloeien naar de maatschappij.’

Hoe verder volgens Godwin Arhin

‘Er zijn veel mensen die, vanuit hun pijn, fel en agressief uithalen naar de wereld. Boos en agressief reageren is nooit een oplossing. Toch ben ik dankbaar als mensen soms hard hun stem laten horen, zodat ik van daaruit liefdevol in gesprek kan gaan.’

Hoe moeten we van hieruit dan verder? Racisme moet een gezamenlijke vijand worden en niet het probleem van een klein groepje. Er moet een bewustwording komen dat racisme een verantwoordelijkheid van ons allen is.’

Godwin Arhin wil graag afsluiten met hoop: er is veel aan het veranderen in de christelijke wereld. Voor mensen die dit thema als een ver-van-hun-bed-show zien, zegt hij: ‘Ga in gesprek met mensen en toon interesse in andermans leefwereld. Vraag eens wat dingen écht met mensen doen.’

Dat lijkt me een mooie uitdaging voor ons.

Gerelateerd