7x onrecht in de textielsector

textielindustrie

De textielsector is een van de grootste sectoren ter wereld. In het complexe productieproces van de textielsector wordt kleding razendsnel geproduceerd, gebruikt en vervolgens weer afgedankt. Hier komen allerlei vormen van onrecht bij kijken. In dit artikel ‍een korte kennismaking met verborgen kanten van de textielsector mét lees-, kijk- en luistertips om je verder te verdiepen.

1. Onrecht op de akker

Voordat een kledingstuk in je kast belandt, doorloopt het talloze stappen: van het winnen van grondstoffen tot het spinnen van garen en het samenstellen van het eindproduct. Dit productieproces begint vaak op een akker, bijvoorbeeld als de kleding gemaakt is van katoen, hennep of wol.

Een van de problemen bij het telen van de grondstoffen voor kleding is het watergebruik. Het produceren van textiel legt veel druk op de lokale watervoorziening, terwijl plantages regelmatig liggen in gebieden waar water schaars is. Dit kan leiden tot watertekorten en dus een gebrek aan drinkwater voor de lokale bevolking.

‘Voor de productie van één katoenen T-shirt is naar schatting 2.700 liter zoet water nodig. Dat is genoeg drinkwater voor één persoon voor 2,5 jaar.’

2. Kledingarbeiders leven in moderne slavernij

De grondstoffen leggen een lange weg af voordat ze verwerkt zijn tot een kledingstuk. Zo gaat een katoenoogst allereerst van de akker naar een ginner, daarna naar een spinnerij en vervolgens naar de weverij. Vervolgens volgt de kledingfabriek, waar het vermaakt wordt tot een kledingstuk.

Op al deze plekken ontbreekt het de arbeiders vaak aan veilige en gezonde werkomstandigheden. Ze werken lange dagen met weinig pauzes in ruimtes zonder zonlicht, soms in gebouwen die vanwege gebrekkig onderhoud op instorten staan, wat in 2013 in de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh daadwerkelijk gebeurde.

Ook krijgen veel werknemers in de textielsector geen leefbaar loon, wat letterlijk inhoudt dat zij niet kunnen rondkomen van het salaris dat ze krijgen voor hun werk.

3. Vervuiling van de omgeving

Bij het produceren van kleding worden allerlei chemische middelen gebruikt. Denk aan de bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden op de akkers (bijvoorbeeld bij katoen), aan oplosmiddelen (bij viscose en geverfde kleding) en aan chroom (bij leerlooien). Deze giftige stoffen kunnen in het milieu belanden. Dit levert niet alleen schade op voor de omliggende ecosystemen, ook de directe leefomgeving van werknemers en de lokale bevolking raakt vervuild.

4. Klimaatverandering door CO2-uitstoot

De kledingindustrie (inclusief de schoenenindustrie) stoot jaarlijks miljarden tonnen aan CO2 uit. Met acht tot tien procent van de totale wereldwijde uitstoot zelfs meer dan de luchtvaart!

Dit heeft onder andere te maken met de lange weg die kledingstukken afleggen. Ze reizen de hele wereld over en belanden via transportbedrijven en opslaglocaties in een winkel. Voordat een kledingstuk gedragen is, heeft het gemiddeld al ruim 20.000 kilometer afgelegd. En wordt het niet op tijd verkocht? Dan reist het nogmaals de wereld over naar een locatie (buiten de EU) waar het wordt verbrand of gedumpt op een stortplaats.

Andersom geldt trouwens hetzelfde: klimaatverandering veroorzaakt óók problemen voor de kledingsector. Meer inzicht daarover vind je in dit filmpje:

5. Korte levensduur door slechte kwaliteit

Hoe kan het dat de productie van kleding toeneemt, terwijl het gemiddelde gebruik juist afneemt? Het antwoord op deze vraag is dat we onze kleding steeds sneller weggooien. De kwaliteit van kleding is vaak slecht.

Misschien heb je zelf ook ervaring met kledingstukken die binnen de kortste keren gescheurd zijn of die na anderhalve wasbeurt al vol met pluisjes zitten? Deze kledingstukken zijn geen lang leven gegund en dat is geen toeval. Hoe meer kleding er namelijk kapot gaat, hoe vaker we ook weer nieuwe kleding blijven kopen. De kleding wordt niet voor niets fast fashion genoemd. De textielsector vaart erop.

‘As an industry we’re creating a product that people don’t need by stimulating demand and creating this sense that if you don’t buy it now, it’s not going to be available.’

– Ryan Gellert in The True Cost of Fashion

Er wordt ook veel druk gezet om kleding zo snel mogelijk te produceren. Fast fashion moet namelijk binnen zes weken in de winkel hangen. Dit is een race tegen de klok, waardoor er (opzettelijk) geen tijd overblijft voor kwaliteitscontroles, met de slechte kwaliteit als gevolg.

6. Afval

Bijna negentig procent van de gebruikte kleding belandt in verbrandingsovens of op stortplaatsen, vaak in landen buiten de Europese Unie. Zowel bij het verbranden als bij het storten komen de chemicaliën in de kleding in het milieu terecht. Omdat het jaarlijks om zulke grote hoeveelheden gaat, is dit erg schadelijk.

Maar kleding kan toch ook gerecycled worden? Klopt, maar het vaak ook niet mogelijk. Zo zijn synthetische vezels (zoals polyester) veel lastiger te recyclen dan natuurlijke vezels (zoals katoen). Ook is het lastig bij kledingstukken die uit verschillende materialen bestaan. Dan moeten alle materialen er namelijk afzonderlijk uitgehaald worden. Dit is nog niet mogelijk op grote schaal. In de praktijk wordt dus slechts een heel klein percentage van de weggegooide kledingstukken gerecycled.

7. Bindende wetgeving

We kunnen dit artikel gelukkig afsluiten met goed nieuws. Dit jaar heeft de EU namelijk eindelijk de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (‘CSDDD’) aangenomen. Dat wil zeggen: wetgeving die is ontworpen om het respect voor de mensenrechten en het milieu in de toeleveringsketens van bedrijven af te dwingen.

Tot nu toe moesten bedrijven zich houden aan richtlijnen betreffende hun ‘vrijwillige verantwoordelijkheid’ (due dilligence) als het gaat om mensenrechten en milieuvervuiling. Dankzij het gebrek aan transparantie in de textielsector konden de textielbedrijven in de praktijk echter gewoon hun onrechtvaardige praktijken blijven voortzetten. Het lijkt er dankzij deze nieuwe wetgeving op dat dit in de toekomst een stuk lastiger wordt.

Kleding textiel textielsector wol grondstof

Wat kun je doen voor een rechtvaardige textielsector?

Het grootste gedeelte van de milieu-impact van kleding zit in de productiefase. Het beste wat je dus kunt doen om schade aan mens en milieu te voorkomen is om tweedehands kleding te kopen. Meer tips vind je in dit artikel.

Gerelateerd